Havo en vwo
HAVO
Met een havo-diploma kun je alle kanten op. Na je eindexamen kun je kiezen uit heel veel hbo-opleidingen. Op de havo krijg je algemene theorievakken zoals wiskunde, maatschappijleer en geschiedenis. In de onderbouw leer je meestal drie vreemde talen: Engels, Frans en Duits.
De brugklas
In de eerste leerjaren op de havo krijg je in elk geval les in:
• Nederlands
• Engels
• rekenen
• wiskunde
• mens en natuur
• mens en maatschappij
• kunst en cultuur
• bewegen en sport
•Duits en Frans,
of één andere officiële taal (bijvoorbeeld Spaans)
Verschil havo-vwo
Op de havo krijg je in principe les in dezelfde vakken als op het vwo. Alleen wordt van een vwo-leerling meer zelfstandigheid verwacht.
De tweede fase
De laatste twee jaar van havo en vwo worden ook wel de tweede fase genoemd. In deze fase kies je uit vier profielen die passen bij bepaalde beroepen.Je maakt ook een profielwerkstuk. Uiteindelijk doe je in zeven vakken eindexamen.
Dit zijn de havo-profielen:
• Natuur en Techniek
• Natuur en Gezondheid
• Economie en Maatschappij
• Cultuur en Maatschappij
VWO
Het vwo duurt zes jaar en bestaat uit atheneum en gymnasium. De lessen zijn pittig, maar interessant. Een goede voorbereiding op de universiteit. Maar je kunt ook naar het hbo, na het vwo staan alle deuren voor je open. Je doet eindexamen in acht vakken en leert minimaal twee vreemde talen. Voor je profielwerkstuk doe je al wetenschappelijk onderzoek.
Atheneum of gymnasium
Atheneum en gymnasium zijn qua onderwijsniveau hetzelfde, maar er zijn ook verschillen. Op het gymnasium krijg je de eerste drie jaar een paar vakken meer, namelijk de klassieke talen Grieks en Latijn en het vak Klassieke Culturele Vorming.
Aan het eind van de derde klas kies je een van de volgende vier profielen:
• Natuur en Techniek
• Natuur en Gezondheid
• Economie en Maatschappij
• Cultuur en Maatschappij